Meestal begint het scheelzien op kinderleeftijd, maar het kan ook op volwassen leeftijd optreden. Verschillende factoren kunnen een rol spelen bij het ontstaan van scheelzien, zoals erfelijke aanleg. Daarnaast zijn de oorzaken van het scheelzien niet altijd bekend. Het kan noodzakelijk zijn het scheelzien te corrigeren door middel van een operatie. De redenen hiervoor kunt u hieronder lezen.
De operatie
Het doel van de operatie is een cosmetisch acceptabele oogstand zonder dubbelzien te creëren met, indien mogelijk, een verbetering van de samenwerking tussen de ogen. Dit wordt gedaan door de oogspieren die aan de buitenkant van de oogbol vastzitten, te verzwakken of versterken door ze te verplaatsen of in te korten. In specifieke gevallen kan in de oogspier een injectie met Botox worden gegeven en is het verplaatsen of inkorten van de oogspieren niet nodig. De operatie wordt altijd aan de buitenkant van de oogbol gedaan en niet in het oog. De ogen worden ook niet uit de oogkas gehaald.
Welke spieren geopereerd worden, hangt af van de stand van de ogen en een eventueel eerdere scheelziensoperatie. De operatie wordt onder narcose gedaan en u mag bijna altijd dezelfde dag weer naar huis. In sommige gevallen vindt de operatie onder plaatselijke verdoving plaats. Dit wordt door de oogarts met u besproken. Ook bij een botox injectie wordt het oog van tevoren verdoofd met druppels en/of een prik. Na de operatie zullen de ogen rood, een beetje gezwollen en pijnlijk zijn.
Resultaat
Het definitieve resultaat kan ongeveer drie maanden na de operatie worden beoordeeld. Gedurende de eerste drie maanden zijn er veranderingen mogelijk in de oogstand in verband met de wondgenezing en afname van de zwellingen. Tevens moeten de hersenen zich aanpassen aan de nieuwe oogstand. Het kan nodig zijn om een tweede operatie te doen, wanneer er een over- of ondercorrectie is ontstaan na de operatie.